Hoera we hebben fietsen. Gehuurd. Ze hebben kinderzitjes, mijn dochter zit achterop. Het gaat kantje boord, haar voeten zouden wel eens tussen de spaken van het wiel kunnen komen.
We nemen de weg langs het strand. Stopt deze weg ooit? Het oneindigheidteken uit de wiskundeles neemt reƫle proporties aan. Dit pad, sorry past beter bij de werkelijkheid, voert langs luxe resorts die als ingeblikte groente op zichzelf staan, je hebt geen idee. Inderdaad mijn dochters voet heeft de ruimte tussen de spaken niet kunnen weerstaan. We stappen af, in een mum van tijd worden we bijgestaan door een paar Nederlanders, dank jullie wel landgenoten, om de penibele situatie op te lossen.
Mijn oudste zoon staat inmiddels met zijn neus tegen een aquarium. ‘Wat is dit?’ vraagt hij aan niemand in het bijzonder. Het is erg druk rondom het zitje van mijn dochter, ze kunnen het heel goed af zonder mij, dus loop ik naar mijn zoon. In de hoek onderin liggen twee kreeften. ‘Kreeften’ zeg ik. Waarom ben ik nu triest? Komt het door de pijn van mijn dochter, pijn in het algemeen, de aardige landgenoten, het onverwachte kleurenpalet, bij kreeften denk ik aan grauw, omdat ze opgegeten gaan worden of doordat ze in de ruime glazen bak het kleinste hoekje hebben gekozen?
vrijdag 5 maart 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Volgers
Over mij
- Jacqueline Wippo
- in maart en april een quiz, in mei interviews, in juni roddels, total make overs in juli, augustus de videoroman, september stellingen, in oktober een kort luisterverhaal, bloopers in november, een december vol problemen, in januari lekker makkelijk, in februari en maart de fauna reportage, in april is minimarktonderzoek onder uitzendbureaus als soapopera verwijderd onder het mom van eigenbelangen gaan voor, toen op stap met mijn oudste zoon, nu mijmeren over een nieuwe website
Geen opmerkingen:
Een reactie posten