‘Ken jij Amanda nog?’
‘Even denken.’
‘Ik ging een tijd intensief met haar om.’
‘Lang geleden?’
‘Paar jaar.’
‘Ja ik weet het al.’
‘Op de een of andere manier zijn we uit elkaar gegroeid.’
‘Wat is er met haar?’
‘Amanda is hoogbegaafd.’
‘Hoe bedoel je.’
‘Zoals ik het zeg. ‘
‘Hoe kan dat?’
‘Zij zegt het.’
‘Ach gut.’
‘Amanda had allerlei klachten.’
‘Wat voor klachten?’
‘Problemen met mannen.’
‘Mannen?’
‘Hoogbegaafd zijn loste al haar problemen op.’
‘Zo zo.’
‘Mannen kunnen niet tegen een intelligentere vrouw.’
‘Dat kan.’
‘Daar worden ze bang van.’
‘Waarvan niet?’
‘Daarom kon ze geen man houden.’
‘Zal dat echt zo zijn?’
‘Welnee.’
‘Het was toch een vreemd meisje?’
‘Ja, vreemd leuk.’
‘Mis je haar?’
‘Ben je gek.’
‘Nou?’
‘Best wel.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten