In ruime aantallen zitten ze op warme vochtige plekken. Met de twee voelsprieten fier vooruit, blijven ze vies. De paar die ik gezien heb, in de natte ruimte natuurlijk, liepen op hun dooie gemak ergens naartoe. Geen geroetsjt. Klein en fijn. Als kind heb ik grote hoeveelheden dode kakkerlakken gezien. In de tearoom van mijn ouders in de binnenstad van Amsterdam werd één keer in de zoveel tijd gif gespoten tegen de onuitroeibare gluiperds. De dag na zo’n spuitsessie lag de vitrine waarin normaal taarten staan, bezaaid met kakkerlakkenlijken.
Ze planten zich zo snel voor, het lijkt wel exponentieel. Een vrouwelijke kakkerlak draagt ongeveer dertig kakkerlakken in een eipakket lees ik op een site die we allemaal wel kennen en ze eten alles.
De hele dikke, echt wel grote, die ik op een dag op straat zie, is dood. Ben ik daar blij om? Zeker, bij kakkerlakken geldt hoe groter hoe enger. Hoewel ik heb nog nooit een grote levende gezien. Juist die avond lees ik mijn oudste zoon het boek Pluk en de Petteflat voor waarin Pluk bevriend raakt met kakkerlak Zaza.
woensdag 10 februari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Volgers
Over mij
- Jacqueline Wippo
- in maart en april een quiz, in mei interviews, in juni roddels, total make overs in juli, augustus de videoroman, september stellingen, in oktober een kort luisterverhaal, bloopers in november, een december vol problemen, in januari lekker makkelijk, in februari en maart de fauna reportage, in april is minimarktonderzoek onder uitzendbureaus als soapopera verwijderd onder het mom van eigenbelangen gaan voor, toen op stap met mijn oudste zoon, nu mijmeren over een nieuwe website
Geen opmerkingen:
Een reactie posten