Drie verschillende soorten krabben heb ik gezien. Krabben rennen man. Die op het strand althans. Ze kunnen van zich af bijten. Als ze aan haren hadden kunnen trekken deden ze het ook. Mijn vriend komt aangelopen met zijn handen als kommen bij elkaar. ‘Au!’ roept hij. Hij wil ons zijn prooi laten zien en die gemene krab heeft hem gegrepen. Het is een doorzichtige. Mijn zoon zegt: ‘Oh een krab’. De krab, de schat, springt weg en graaft zich meteen in. De krabben met een barokke schelp op hun rug, nooit geweten dat ze bestaan, kom ik ook tegen op het strand, een kruising tussen een krab en een slak, de slakkrab.
Later die middag gilt mijn oudste zoon dat ik moet komen. Hij staat in zee bij de rotsen. ‘Hier zijn allemaal krabben mama!’ roept hij. Ik ben al bijna bij hem. Eerst zie ik niets, dan schiet er een krab van tien cm breed, opzij. Ik zie er nog één en daar nog één, wat veel! Er klauteren een heleboel krabben. Ze zijn iets minder glad dan de krabbetjes op het strand. De schil is hoekiger. Mooi van kleur ook, je ontdekt ze bijna niet op de donkere rotsstenen.
dinsdag 23 februari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Volgers
Over mij
- Jacqueline Wippo
- in maart en april een quiz, in mei interviews, in juni roddels, total make overs in juli, augustus de videoroman, september stellingen, in oktober een kort luisterverhaal, bloopers in november, een december vol problemen, in januari lekker makkelijk, in februari en maart de fauna reportage, in april is minimarktonderzoek onder uitzendbureaus als soapopera verwijderd onder het mom van eigenbelangen gaan voor, toen op stap met mijn oudste zoon, nu mijmeren over een nieuwe website
Geen opmerkingen:
Een reactie posten